Case
Stel, een oudere vrouw uit [wijk uw gemeente] ... Afgezien van onroerend goed heeft ze bij elkaar zo’n 45 duizend euro op spaarrekeningen staan. Ze heeft drie kleinkinderen van 15, 17 en 17 jaar. Hoe zou een werkspaarprofiel van deze dame eruit kunnen zien?
De situatie met (klein)kinderen is een mooie, omdat het er ook om gaat kinderen - als brug naar de toekomst - hierbij te betrekken. En wat te denken van de gesprekken hierover van oma met haar werksparende kleinkinderen? Ondernemerschap en zelforganisatie ŕ la jaren tien van de 21ste eeuw worden zo bijna letterlijk met de paplepel ingegoten.
Je zou in dit voorbeeld kunnen denken aan een voorzichtige 10 procent van het spaartegoed dat de dame in kwestie activeert als werkspaarvermogen. Zij opent voor elk kleinkind een junioraccount en betaalt 3*20,13 = € 60,39 inschrijvingskosten voor twaalf maanden. (Aangezien zij voor derden een account opent, krijgen haar kleinkinderen en zijzelf een [Uw gemeente] Invest-kortingpas om te gebruiken bij lokale middenstanders.)
Ze geeft dus aan € 1.500,- per kind in te willen leggen, waarmee haar kleinkinderen ieder 30 credits op de respectievelijke eigen accounts terugvinden. Die driemaal 1.500 euro blijven in reële zin gewoon op
haar spaarrekeningen staan. Haar kleinkinderen houden de site van [Uw gemeente] Invest in de gaten. Laten
we zeggen dat twee kleinkinderen een interessante investeringsoptie opmerken (of misschien hebben
zij die ondernemer zelf wel geattendeerd op [Uw gemeente] Invest), dan bespreken zij dat met grootmoeder
en geven aan voor hoeveel credits zij erin mee zouden willen gaan. Zeg 10 credits p/p. Is mevrouw het
ermee eens, dan geeft zij namens beide kinderen het tegenbedrag van de ingezette credits vrij
(tweemaal 500 euro) via: haar spaarrekening > haar privérekening > de tussenrekening van de bancaire
partner > de onderneming.
De ondernemer uit het voorbeeld heeft voor 20 duizend euro gevraagd en gekregen van [Uw gemeente] Invest,
en bood als een van de tegenprestaties een achtste (12,5%) van zijn onderneming aan. Fiscaal is de
onderneming 160 duizend euro waard. Een andere tegenprestatie waarmee de ondernemer de
werkspaarders wist te overtuigen, is dat hij na drie jaar de initiële participaties terug denkt te kunnen
kopen. Via de participatiesoftware houdt hij zijn werkspaarderscollectief(/collectieven) op de hoogte.
Na de afgesproken termijn wil hij nog steeds die 12,5 procent van [Uw gemeente] Invest terug. Volgens zijn
accountant is de onderneming nu 320 duizend euro waard. De professionele investeerders in deze
participatie vinden het een goed plan, en delen hun bevindingen met (alleen) de hierin participerende
werkspaarders. Een achtste van het bedrijf is van de werkspaarders van [Uw gemeente] Invest, nu: 40 duizend
euro.
Hoewel beide betreffende kleinkinderen al ouder zijn dan 18, is oma is nog hun accounthouder. De
kinderen gaan op de uitnodiging van de ondernemer in, grootmoeder accordeert en krijgt uit deze
participatie tweemaal 1.000 euro op haar privérekening gestort.
Overigens dient dit proces van zilvervlootsparen werksparen voor een ander (bijv. ouder/kind,
grootouder/kleinkind) nog volledig juridisch te worden nagelopen door de kwartiermaker.